Belastingdienst beoordeelt VLOK-algemene voorwaarden
Voor zakelijke opdrachtgevers is het belangrijk, dat de belastingdienst een ingehuurde zelfstandige niet achteraf bestempelt als werknemer. Dat levert namelijk een dure rekening op: een naheffing voor de loonheffing en een (niet-aftrekbare) boete.
Voorwaarden voor consument én zakelijke opdrachtgever
VLOK-leden werken vooral voor consumenten. Daarom vindt de VLOK het super, dat de VLOK-Uitvoeringsvoorwaarden al sinds 1998 regelmatig worden beoordeeld en goedgekeurd door de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis. Dit geldt ook voor de huidige VLOK-Uitvoeringsvoorwaarden voor vakmensen 2021 en de Algemene Voorwaarden van de VLOK-Vakgroep Parket 2021.
Daar komt nu het oordeel van de Belastingdienst bij, dat VLOK-leden ook hun zakelijke opdrachtgevers extra zekerheid kunnen verschaffen. Met name om te voorkomen dat loonheffing verschuldigd is. Ofwel, dat er sprake is van een niet door partijen bedoelde arbeidsovereenkomst.
Een (echte) arbeidsovereenkomst ontstaat, kort gezegd, als aan alle drie de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Een werk door een persoon zelf moet worden uitgevoerd (vervanging mag niet), én
- De opdrachtgever kan bepalen hoe het werk uitgevoerd moet worden (gezagsverhouding), én
- Een vergoeding wordt betaald voort de verrichte werkzaamheden.
Daarnaast kan voor kleine aannemers sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking. Dat wil zeggen een door de wet als dienstbetrekking aangemerkte verhouding, in dit geval artikel 3, lid 1, letter a van de Wet Loonbelasting.
Oordeel belastingdienst
Volgens de Belastingdienst is er bij de toepassing van enkele in de twee sets algemene voorwaarden van de VLOK specifiek opgenomen bepalingen geen sprake van een echte dienstbetrekking.
Daartoe mag van die bepalingen niet worden afgeweken én moet het werk ook feitelijk volgens de afgesproken bepalingen worden verricht.
Dit laatste moet benadrukt worden: je kunt niet alleen in een overeenkomst een dienstbetrekking uitsluiten. Voor beide partijen geldt dat zij ook feitelijk moeten handelen op een manier, dat de drie bovengenoemde omstandigheden zich niet gelijktijdig voordoen. Feitelijke omstandigheden blijven dus doorslaggevend.
Om te voorkomen, dat er sprake is van een fictieve dienstbetrekking als kleine aannemer, dient het VLOK-Opdrachtformulier te worden gebruikt. Daarin verklaart de opdrachtgever, dat (en hoe) hij zich heeft vergewist, dat de vakman als zelfstandige het werk gaat uitvoeren.
Maar let hier goed op. Als je langdurig voor een dezelfde zakelijke opdrachtgever werkt zou de fictieve dienstbetrekking alsnog van toepassing kunnen zijn.
Tenslotte moeten partijen in hun overeenkomst verwijzen naar het kenmerknummer van het oordeel van de belastingdienst. Ook dat wordt geregeld in het nieuwe VLOK-Opdrachtformulier.